Passie voor Power Poep
Een kop koffie zetten met de poep van je buren? Dat gebeurt in Zwolle. Sinds deze zomer is de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Waterschap Drents Overijsselse Delta een Energiefabriek. Die haalt energie voor de eigen rioolwaterzuivering en 400 huishoudens uit de ontlasting en ander ‘afval’ in het rioolwater. Dat is de moderne, circulaire economie in opmars. Bedrijven en overheden moeten daarvoor een grote omslag maken. Maar hoe doe je dat? Het vereist passie én de omslag van MOETEN naar WILLEN.
Bestaat afval nog wel? Uiteindelijk kan bijna alles worden hergebruikt. Dat weten ze bij het waterschap. Sinds afgelopen voorjaar draait in Zwolle een moderne vergistingsmachine die restproducten en bacteriën uit de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) omzet in biogas. Stroom dus voor de volledige rioolwaterzuivering en ook nog eens voor ongeveer 400 huishoudens. Bijvoorbeeld voor hun koffiezetapparaat, een kop thee uit de waterkoker of voor de wasmachine.
Printpapier van gebruikt wc-papier
Dit maakt de rwzi aan de Spoolderenkweg langs de IJssel bij Zwolle sinds deze zomer officieel een Energiefabriek. En dat is slechts één voorbeeld van de moderne circulaire economie, waar we met z’n allen naartoe gaan. Dit betekent dat afval straks niet meer bestaat. Want afvalstromen zijn grondstoffen die je niet ‘verbruikt’, maar ‘gebruikt’. De waterschappen maken die slag al en beschouwen afvalwater niet meer als afvalproduct, maar als bron van duurzame energie, grondstoffen en schoon water. “De vezels uit gebruikt wc-papier gebruiken we nu voor plantenbakjes en in de toekomst misschien wel als printpapier”, schetst bestuurder Karst Spijkervet van Waterschap Drents Overijsselse Delta. “Zo wordt meegevoerd zand uit de zuiveringsinstallatie al gebruikt voor bakstenen. En fosfaat in het water voor kunstmest. En zo gaan we steeds verder.”
Het winnen van energie door vergisting van slib als ‘restproduct’ (uit bijvoorbeeld ontlasting) tot biogas is niet nieuw. Dit gebeurt in Zwolle, Deventer en elders in het land al langer. Wel nieuw is de effectievere vergisting van slib, waardoor het rendement van de energiewinning flink omhooggaat.
‘Samenwerking moet zorgen dat nieuwe oplossingen betaalbaar blijven’
Waarom?
Waarom kiest het waterschap voor deze innovaties? Het opraken van fossiele brandstoffen en het internationale Klimaatakkoord Parijs 2020-2050 zijn duidelijk de direct onderliggende aanleiding. “Als waterschap hebben wij de ambitie om in 2025 energieneutraal te werken”, zegt Spijkervet. “De uitdaging daarbij is om tegen lage kosten slimme oplossingen te creëren. De samenwerking tussen overheden, bedrijven, onderzoeksinstituten en het onderwijs is daarvoor cruciaal. Alle partijen moeten beter leren samenwerken. Daar wordt ook aan gewerkt. Dat begint met gesprekken over gezamenlijke en individuele belangen.”
Meer doen met hetzelfde
Samenwerking en het combineren van opgaven moet ervoor zorgen dat de kosten van nieuwe oplossingen betaalbaar blijven. Het liefst zo laag mogelijk natuurlijk. De investering in de slibgistingsinstallatie bij de rioolwaterzuivering kost 10,5 miljoen euro. Dat wordt door de energieopbrengsten naar verwachting in negen jaar terugverdiend, ruim binnen de levensduur van de installatie, is de verwachting. Kunnen de waterschapslasten dan omlaag? “Dat helaas niet. We houden de kosten zo laag mogelijk en doen daar steeds meer voor. Denk bijvoorbeeld aan medicijnresten uit het water zuiveren. Door slimmer te zuiveren, kunnen we dus steeds meer doen. Als we deze investeringen niet zouden doen, zouden de kosten uiteindelijk wel hoger worden”, aldus de bestuurder.
‘Wij kunnen veel van bedrijven leren en andersom’
Samenwerking met bedrijven
Ook bedrijven zetten vergelijkbare stappen als het waterschap. Bedrijven met productieprocessen die veel ‘afvalstromen’ hebben, investeren al steeds vaker in energiewinning en hergebruik. Samenwerking met meer partijen schept daarbij nieuwe mogelijkheden. “Daarom zoeken wij steeds vaker het bedrijfsleven op. Wij kunnen ook van hen leren en andersom. Wij kunnen bijvoorbeeld leren van hun efficiency, waardoor onze terugverdientijden van investeringen korter worden. Andersom kunnen bedrijven profiteren van de samenwerking met overheden door bijvoorbeeld hun kosten omlaag te brengen. Daarvoor moet je steeds zoeken naar de gezamenlijke belangen.”
Anders denken en werken
De overstap naar de circulaire economie vereist wel een nieuwe mindset in organisaties. Een omslag in de manier van denken en werken. Hoe maak je die omslag? Spijkervet ziet het waterschap de omslag maken. Niet alleen in ambities en beleid, maar ook in de uitvoering, waar het uiteindelijk moet gebeuren. “Bij ons begon die omslag de afgelopen jaren wel bij het bestuur, op basis van nieuwe uitgangspunten voor duurzaamheid. Zelf voelde ik de ommekeer heel sterk na een klimaatconferentie in Rotterdam in 2016, waar de directeuren van nota bene Greenpeace én Shell spraken over de gedeelde verantwoordelijkheid die zij zien. Dat zette mij sterk aan het denken over onze rol. Intern voerden wij daar gesprekken over. Bestaat afval nog wel? Dat was daarbij een belangrijke vraag.”
Hoe maak je de omslag?
Maar ook dan is zo’n grote omslag nog niet direct gemaakt. De ontwikkeling moet groeien, waarbij medewerkers in alle lagen van de organisatie de visie omarmen. “Het moet geen ‘speeltje’ zijn van bestuurders en beleidsmakers”, typeert Spijkervet. Dus niet vernieuwen omdat het MOET van een bestuurder of klimaatakkoord, maar omdat je het WILT, doordat je de noodzaak ziet en voelt? “Precies! Niet moeten, maar willen. En dan leidt willen tot kunnen. Dat proces zie ik zich nu voltrekken in onze organisatie.”
Passie voor het werk speelt daarbij een sleutelrol. Die passie maakt de daadwerkelijke ‘omarming’ mogelijk. “Je verwacht het van buitenaf misschien niet direct bij een waterschap, maar de passie en betrokkenheid bij het werk is hier heel groot. Ik was daardoor aangenaam getroffen toen ik hier als bestuurder aan de slag ging.” Spijkervet – in het dagelijks leven ook nog melkveehouder in Wanneperveen – kwam via de gemeentepolitiek in zijn eigen woorden ‘per ongeluk’ bij het waterschap terecht in 2010. “Ik werd verrast door en besmet met de passie voor rioolwaterzuivering.”
‘Het riool was niet hip, maar nu het om grondstoffen gaat, wordt dat wel zo’
Riolering wordt hip
De passie voor duurzaamheid is daar ook bijgekomen. Dat begon intern met een team (DuurzaamDoen) van medewerkers uit de hele organisatie: voorhoedelopers op het gebied van duurzaamheid. “Daarna volgden steeds meer mensen. Natuurlijk kost het tijd als je na jarenlang goed werk leveren opeens ‘toch anders’ moet werken, maar het groeit en we gaan de goede kant op.
Ik zie dat bijvoorbeeld ook terug in de plannen en beleidsstukken die onze mensen maken. Dat waren voorheen vaak vooral hele technische stukken. Nu komt duurzaamheid er ook heel nadrukkelijk in terug. Niet als ‘moetje’, maar omdat er nu echt goed over wordt nagedacht. Het riool en afvalwater waren vroeger zeker niet hip, maar nu het om grondstoffen gaat, begint dat wel zo te worden.” Denk daar nog maar eens over na als je de wc doorspoelt.
VERWANTE PROJECTEN ZIEN? >> www.efgf.nl