“We moeten ruimer denken en meer buiten spelen”
Harry Webers – Wegbereider van De Nieuwe Hanze
Regionale samenwerking is volgens Harry Webers dé kracht van Oost-Nederland en stevig verankerd in het IJssel-DNA. De voorzitter van de SER Overijssel en wegbereider van De Nieuwe Hanze, ziet de IJsselvallei in de komende jaren tot grote hoogte stijgen. Hoog tijd voor een moonshot. Maar daarvoor moet nog wel wat gebeuren.
Zijn grote fascinatie voor samenwerken en duur-zaamheid begon al op jonge leeftijd. Als 7-jarige wilde hij een vervuilde beek schoonmaken. In 1972 raakte Webers in de ban van het denken over People, Planet en Profit toen hij als 14-jarige de ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome las. Dit legde de basis voor zijn werk als ingenieur en algemeen directeur bij het Deventer ingenieursbureau Witteveen+Bos. En ook voor zijn besluit in 2016 om tien jaar van zijn leven te wijden aan de stimulering van de (circulaire) economie, (sociale) innovatie en werkgelegenheid in Oost-Nederland. ‘Maatschappelijk corvee’ noemt hij het zelf. Met De Nieuwe Hanze als centrale denkrichting.
In 2006 triggerde toenmalig premier Balkenende zijn denken over deze Hanze 2.0 met zijn befaamde uitspraak over de VOC-mentaliteit. Hij doelde toen op de Nederlandse ondernemingszin en durf, maar die boodschap werd meteen overschaduwd door de donkere kanten van de VOC, zoals slavenhandel en kolonialisme. Webers verdiepte zich toen verder in de Hanze en kwam al snel tot een interessante conclusie: Balkenende had beter kunnen pleiten voor de Hanzementaliteit
Waarom had Balkenende beter ‘Hanze-mentaliteit’ kunnen zeggen?
“Dan was het meer gegaan over wat hij bedoelde. Hij doelde op het lef, ondernemerschap en de internationale samenwerking in de VOC-tijd. Het woord Hanzementaliteit was veel treffender en minder gevoelig geweest. De VOC heeft 200 jaar bestaan en is gebaseerd op het succes van de veel oudere Hanze, die officieel 300 jaar bestond – eigenlijk veel langer – en veel omvangrijker was als verbond van 200 steden. Het grootste verschil is dat de VOC ging werken met aandelen en door het accent op aandeelhouderswaarde meer Angelsaksisch was, hetgeen tegenstellingen in de hand werkte. Dit is nu precies de huidige discussie over de Gouden Eeuw. De Hanze was Rijnlands en meer gericht op gelijkheid van burgers. Er werd veel geld verdiend, maar dat werd ook geïnvesteerd in de vitaliteit van de samenleving. Het ging meer om het wij-gevoel en noaberschap. Dat maakte het krachtig en succesvol.”
Hoe belangrijk is dat wij-gevoel voor de IJsselregio?
“Heel belangrijk! Het was destijds belangrijk voor het succes van de Hanzesteden langs de IJssel en het zit in Oost-Nederland nog steeds in ons DNA. Dat kunnen we gebruiken en we mogen ons best meer bewust zijn van die roots. Dat is de basis voor De Nieuwe Hanze: samenwerken, iets voor elkaar betekenen, groter denken, vanuit grotere belangen en de lange termijn. Want samen kun je meer bereiken. Met ‘plusdenken’ wordt 1 + 1 altijd meer dan 2. Dat geldt ook voor het denken in regio’s.
‘In plaats van ‘VOC-mentaliteit’ had Balkenende beter kunnen pleiten voor de Hanzementaliteit.’
Provincies en gemeenten hebben letterlijk en figuurlijk hun eigen grenzen. Daar moet je overheen kunnen kijken. Denken in grotere economische regio’s en verschillende schaalniveaus is een goede manier om je denken te verruimen. Dan moet je elkaar ook echt iets gunnen en bij het werken met regionale agenda’s niet stiekem tóch je eigen agenda weer leidend maken, zoals soms gebeurt. Dan mis je samen grotere kansen. Dat is het mooie van het Hanzespel dat hoogleraar Frank den Butter van de VU heeft ontwikkeld. Dit spel kun je alleen winnen als je met anderen kunt delen. Daar gaat het om: opplussen en groter denken voor de langere termijn.”
Wat vindt u van de IJsselvallei als groter schaalniveau?
“Een hele goede gedachte, die Overijssel en Gelderland verbindt. Geworteld in onze roots en de oude noord-zuidverbinding via de IJssel. Daar kwam de oost-westverbinding van Hessenwegen – nu de A1 – later bij. En kijk dan naar de hele vallei: vijftig kilometer naar links en naar rechts. Dat maakt de IJssel heel sterk. Dat zie je nu bijvoorbeeld al op toeristische gebied, met de gezamenlijke productontwikkeling en marketing van MarketingOost. Dat is veel sterker dan werken met alleen lokale VVV-kantoren. En dit kan op veel meer gebieden: economisch, maar ook voor onderwijs, kunst en cultuur en bijvoorbeeld de ouderenzorg.”
‘Het zou goed zijn als de provincies Overijssel en Gelderland nog ruimer gaan denken.’
Wat moet er gebeuren om daarvan te profiteren? En welke taak hebben de provincies daarbij?
“Het begint met elkaar bewust maken van de waarde die hier is in het oosten. En blijf daarover communiceren. Want zoals Johan Cruijff zei: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ Vanuit dat bewustzijn kun je deze regio versterken en voorkomen dat de demografische trek naar de Randstad doorzet. Dat is mijn grootste zorg. De Achterhoek krimpt al en krimpgebieden dijen steeds verder uit. In de ergste scenario’s gaat het tot 2050 om honderdduizenden mensen die uit Oost-Nederland wegtrekken. Dat kunnen we deels voorkomen, want eigenlijk heeft de IJsselvallei een hele kansrijke positie, tussen de Randstad en het grote economisch machtsblok over de grens in Duitsland. Het zou goed zijn als de provincies Overijssel en Gelderland nog ruimer gaan denken. De natuurlijke ligging van de IJssel tussen de twee provincies is daarbij een interessant uitgangspunt. Met de Hanzevallei als het grote verbindende verhaal. De bestaande economische regio’s – zoals de Regio Zwolle, Twente of de Cleantech Regio – zijn eigenlijk net te klein om extra steun van het kabinet of vanuit Europa te krijgen. Op de schaal van de IJsselvallei met meer dan een miljoen inwoners is dat gemakkelijker.”
Herkent u dat er nu nog sprake is van een verdeeld landschap, met beperkte verbondenheid tussen groepjes die vooral in hun eigen bubbel zitten?
“Dat herken ik zeker. Neem Deventer, dat veel netwerken kent. Er zijn veel mensen die in meerdere netwerken zitten, maar die verbondenheid mag zeker groter. De uitdaging voor alle groepjes is dat ze meer ‘buiten gaan spelen’ met anderen. Niet alleen in je eigen league blijven spelen. Voetbalclubs worden ook beter als ze ook in Europa kunnen spelen. Het vraagt een groter denkkader en mensen met visie om een groot speelveld en meer verbindingen te creëren. Dat kost ook tijd. Brainport Eindhoven is een groot economisch succes, maar daar is ook dertig jaar samen aan gewerkt. Zoiets kan hier ook: een IJssel Valley die uitblinkt op verschillende gebieden. Dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld toponderwijs, een bolwerk van duurzame energie-expertise of topzorglocaties langs de IJssel. Of een gezamenlijk Nederlands Hanzemuseum, met meerdere museale collecties langs de IJssel, als dependance van het Europees Hanzemuseum in Lübeck. Net zoals de succesvolle Hermitage in Amsterdam een dependance is van de Hermitage in Sint-Petersburg. Als we dit samen willen realiseren, dan kan het ook!”
Waarom zou de oude Hanzekracht nu wel weer werken?
“Aan het succesvolle Hanzeverbond kwam een einde toen nationale staten sterker werden en de macht van steden afnam. Maar de Hanzementaliteit zit nog steeds in het DNA van de steden en onze regio’s. Juist in onze globaliserende wereld worden nationale staten nu weer minder belangrijk en grote steden en regio’s belangrijker. De verhoudingen tussen Europees, landelijk en regionaal veranderen en de rol van steden en regio’s wordt steeds groter om samen de grote sociaal-maatschappelijke problemen en uitdagingen aan te pakken.”
En wat is dan het IJssel-DNA?
“Historisch gezien begint dat bij het ondernemerschap en de verbondenheid die langs de IJssel ontstond. We zijn hier een ondernemend volk. Het succes van de kooplieden trok ook kunstenaars en spirituele mensen. Juist hun onderlinge verbondenheid is belangrijk binnen de Hanze. Zo ontstaan duurzame verbindingen en relaties. Ook nu weer, of het nu is voor recreatie en toerisme of voor kunst tijdens de IJsselbiënnale. De IJssel kan een drager en verbindende factor zijn voor veel dingen. Vanuit saamhorigheid, samenwerken en onderling vertrouwen. Dat hoort ook bij het IJssel-DNA. In deze regio zit dat echt meer in ons DNA dan in ander landsdelen. Zeven van de twintig Nederlandse Hanzesteden liggen aan de IJssel en twee aan het IJsselmeer. Dat is niet zomaar ontstaan. De vraag is of je weer een nieuw, sterk merk kunt maken. De oude Hanze bestaat natuurlijk niet meer, maar die kun je moderniseren en upgraden. Productontwikkeling, marketing en communicatie zijn daarvoor cruciaal. Zeker in de 21ste eeuw.”
Hoe kijkt u naar een initiatief zoals IJsselmoves
“Ik vind IJsselMoves een prachtig initiatief. Het is nog steeds ook een soort zendingswerk, zoals ik dat zelf voor De Nieuwe Hanze doe. Maar nu na vier nummers begint het toch al een bewezen formule te worden. Helemaal zelfstandig met een grote oplage en bovendien gratis voor de lezer. Dat vind ik interessant! Zoals we bij de VVV Deventer ook gratis grote evenementen organiseren. Daarin wordt door overheden, fondsen en bedrijven geïnvesteerd, maar dat wordt altijd dubbel en dik terugverdiend. Dat is ook Hanze-denken. Eigenlijk is IJsselMoves een mooi clubblad voor de ‘IJsselBeweging’.”
Moet er meer geïnvesteerd worden in de IJsselvallei als merk?
“Ik vind van wel. Door alle betrokkenen in de regio: overheden, bedrijven en burgers. De provincies hebben nog financiële middelen uit de verkoop van energieaandelen. Dat zou je goed kunnen investeren vanuit ‘plusdenken’ met goed doordachte keuzes. Niet voor vier jaar, maar voor de langere termijn, bijvoorbeeld een programma voor 16 jaar. Als je er nu een miljard insteekt, moet dat straks drie of vier miljard aan economische en andere waarden opleveren. Stel dat bijvoorbeeld het ziekteverzuim in de IJsselvallei een procent lager wordt doordat we hier meer aandacht hebben voor elkaar, met betere zorg en fantastische natuur. Dat heeft een enorme waarde voor deze regio, economisch maar ook daarbuiten. Met die maatschappelijke balans tussen kosten en baten, kun je veel meer spelen en bereiken.
‘Er is zeker veel te winnen om jonge mensen hier beter vast te houden en meer te bieden.’
De demografische trek is uw grootste zorg, maar hoe kijkt u naar de braindrain: het wegtrekken van studenten, kennis en hoger opgeleiden? Het lijkt regelmatig of dat ontkend wordt en er weinig tegen gebeurt.
“Daar moet je inderdaad wel eerlijk over zijn. Niet wegkijken, want de economisch risico’s zijn groot. Als ingenieur kijk ik graag naar de feiten. De Achterhoek is nu al een krimpregio en als die zich uitbreidt, komt hij straks misschien ook in Enschede. En let op de weak signals! Zo is de TU inmiddels de kleinste van de vier technische universiteiten. Het is zaak om ontwikkelingen en trends tijdig te zien en waar nodig actie te ondernemen. Je moet altijd kritisch blijven kijken en elkaar ook bevragen. Dat is ook een rol voor ons als SER Overijssel. Vanuit regionale ontwikkelingen op het gebied van de economie en arbeidsmarkt is er zeker veel te winnen om jonge mensen hier beter vast te houden en meer te bieden.”
Wat moet de gezamenlijk stip op de horizon zijn voor meer samenwerking en Hanzedenken in de IJsselvallei?
“Dat grotere idee kan van alles zijn. Die keuzes moeten nog gemaakt worden. Het kunnen ook meerdere stippen op de horizon zijn, vaak historisch ingegeven en vertaald naar het heden en de toekomst. Probeer op de gekozen gebieden wereldtop te zijn. Niet alleen economisch, maar koppel het ook aan onderwijs, natuur, kunst en ruimtelijk ordening. Juist de verbindingen maken het sterk en interessant. Een voorbeeld. Stel: we willen in Oost-Nederland koploper worden in de energietransitie. Dat past bij onze roots met gemeentelijke energiebedrijven. Als je daarin investeert, kan het zich breed terugbetalen. In banen, minder energieverbruik en unieke kennis die het onderwijs en bedrijven hier samen ontwikkelen. Voor de hoofdkeuzes die we moeten maken, hebben we een moonshot nodig. De moonshot van Kennedy was: We choose to go to the Moon. Wat wordt het moonshot van de IJsselregio? Dat moet nog bepaald worden. Het allerbelangrijkste daarbij zijn urgentiegevoel en gezamenlijke ambities. En elkaar blijven uitdagen en stimuleren. En wijzen op wat er kan misgaan als we het niet samen doen. Samenwerking, duurzaam en met een onderlinge gunfactor in een wat groter ecosysteem in en rondom de IJsselvallei. Ik zou het toejuichen.”
De Nieuwe Hanze
Duurzame relaties en duurzaamheid staan centraal in de filosofie van De Nieuwe Hanze. De waarden en het DNA van het oude en machtige handelsverbond tussen Hanzesteden kunnen hiermee herleven in een moderne variant. Nog steeds met oude Hanzewaarden als verbondenheid, (steden)samenwerking, durf, ondernemerschap en gemeenschapszin, maar wel gekoppeld aan verduurzaming, de circulaire economie en hightech als basis voor een duurzaam economisch systeem in Noord-West Europa. Met een sterkere focus van Oost-Nederland op Duitsland. Niet alleen gericht op een vitale economie, maar ook op een vitale maatschappij waarin goed onderwijs, goede zorg, kunst, cultuur en spiritualiteit een belangrijke rol spelen.
Over Harry Webers
Harry Webers (1958) uit Deventer is onder andere voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER) Overijssel en voorzitter van de VVV Deventer. Hij werkte 33,5 jaar als ingenieur en later algemeen directeur bij Witteveen+Bos in Deventer en beklede daarnaast tal van functies.
Door zijn inspanningen voor De Nieuwe Hanze kreeg hij de bijnaam ‘Hanze Harry’. Webers staat bekend als een van de grootste netwerkers in Overijssel. Zelf noemt hij dat: ‘koken met mensen’. “Ik ben altijd bezig met het verbinden van mensen, ideeën en plekken. Dat zijn de ingrediënten waarmee ik als chef-kok recepten maak voor bijvoorbeeld De Nieuwe Hanze of de energietransitie. Netwerken is slechts een middel. Het begint altijd met oprechte nieuwsgierigheid en interesse in mensen. Veel mensen spreken is het resultaat. Zo ontstaat vanzelf een netwerk.”
Bekijk hier de TED-talk met Harry Webers in de Deventer Schouwburg (2016):
www.youtube.com/TED-talk
Lees ook artikel uit IJsselMoves Nr 0219: Beleef de IJssel-identiteit